Als men als amateur begint aan een onderzoek naar de herkomst en wetenswaardigheden van je familie, heeft men er geen idee van hoe men moet beginnen en waar men moet zoeken. Na enig globaal speurwerk werd het mij echter al gauw duidelijk dat het praktisch onmogelijk is om verder in de tijd terug te gaan dan tot eind 1500, begin 1600. Dit heeft een simpele oorzaak: vóór 1600 was er nog geen georganiseerde registratie van geboorten, huwelijken en overlijdens.
In de 16e eeuw, in 1545, werd door de paus van Rome, die het in de nadagen van de Middeleeuwen in West Europa nog voor het zeggen had, het Concilie van Trente bijeen geroepen. Dit concilie was een reactie op de reformatie, de opkomst van het protestantisme, die o.a. door Luther en Calvijn in gang was gezet. Deze reformatie was een gevolg van de talloze wantoestanden die in de loop der eeuwen de katholieke kerk en het kerkvolk hadden geteisterd. De leiding van de kerk, die zelf de oorzaak en dus ook verantwoordelijk was van deze wantoestanden, ging eindelijk orde op zaken stellen, en als om het geloofszaken ging was de aanpak niet altijd even zachtzinnig. Regelmatig werd gebruik gemaakt van brandstapel en galg om de protestantse "ketters" tot de orde te roepen.Op hun beurt waren de aanhangers van de nieuwe leer ook geen lieverdjes. Kerken en kloosters werden geplunderd en priesters, monniken en kloosterzusters werden op beestachtige wijze afgeslacht.
Tijdens dit Concilie, dat van 1545 tot 1563 duurde, werd o.a. op 11 november 1563 een besluit genomen met betrekking tot de huwelijksmoraal. Voortaan moest in elke parochie een register worden bijgehouden waarin de namen van bruid, bruidegom en getuigen, alsmede plaats en datum van het huwelijk werden vermeld. Verder moest het verleden van de trouwlustigen voorzover mogelijk onderzocht worden om bijv. dubbelhuwelijken, of kwaadwillige verlating om elders opnieuw te trouwen, te voorkomen.
Zo ontstond in feite voor het eerst een systeem van personenadministratie, vooral ook omdat tevens een doopregister werd ingevoerd. Dit register moest dan dienen om later na te kunnen gaan, of er eventuele huwelijksbeletsels waren zoals bloedverwantschap. Jammer genoeg werd het niet verplicht gesteld om in het trouwboek ook de namen van de ouders, of de doopdatums, geboorteplaats en beroep van bruid en bruidegom te vermelden. Dit zou ons, stamboomonderzoekers van onze tijd, enorm hebben kunnen helpen bij het oplossen van de steeds weer terugkerende vraag van welke persoon bij welk gezin behoort.
Omdat de doop- en trouwregisters in het leven werden geroepen om de huwelijksmoraal te bevorderen en te verbeteren, bleef een registratie van overlijden, als niet terzake doende, aanvankelijk achterwege. Later ging men er alsnog toe over, maar meer om een soort financieel overzicht te krijgen van de begrafenissen en de hiermee samenhangende kerkdiensten. Het zijn dan ook geen overlijdensregisters maar begrafenisregisters. Voor de goede orde: officieel spreekt men in dit verband van "boeken" en niet van "registers". Dus doopboeken, trouwboeken en begraafboeken. Dit in tegenstelling tot de latere gemeentelijke "registers" van de burgelijke stand zoals de geboorteregisters, huwelijksregisters en overlijdensregisters.
Het duurde tientallen jaren, of in sommige gevallen zelfs meer dan 100 jaar, voordat de kerkelijke boeken overal waren ingeburgerd. Onze voorouders, en ook de pastoors uit die tijd, hadden kennelijk geen haast. Bovendien duurde het door de gebrekkige communicatiemogelijkheden, soms jaren voordat een bericht uit Rome, of de juiste bedoeling van dat bericht, overal was doorgesijpeld. Zo kon het gebeuren dat in de parochie Susteren, waar onze eerste naamgenoten vertoefden, eerst op 21 juli 1633 dus 70 jaar na het conciliebesluit, het eerste doopsel werd ingeschreven, op 4 september 1634 het eerste huwelijk en pas op 18 juni 1698 de eerste begrafenis. U zult begrijpen dat daardoor de gegevens uit de begintijd van de kerkelijke doop- trouw- en begraafboeken nogal onoverzichtelijk en soms onvolledig zijn. Dit zult U verderop in dit boek ook merken door het ontbreken van data gedurende de eerste generaties. Trouwens, wij moeten niet uit het oog verliezen, dat de aantekeningen in de kerkelijke boeken in de eerste plaats bedoeld waren voor intern kerkelijk gebruik, als geheugensteuntje voor de pastoor. Dat er automatisch tevens een soort bevolkingsadministratie ontstond, is een bijkomstigheid.
Bijna 200 jaar lang bleven de kerkelijke boeken de enige boeken waarin de geboorten (doopsels), huwelijken en overlijdens (begrafenissen) in chronologische volgorde werden geregistreerd. Rond het jaar 1800, de Fransen waren hier toen de baas, kwam hierin verandering. Het gebied waar onze familie